Wie is JHWH

Terug naar
Voorkant Wie is JHWHa
                                                                                Wie is Jeshua (Jezus)?
                                 Is Hij de Zoon?
                    Heeft Hij een Vader
           Is Hij de Eeuwige Vader?
Dit zijn slechts enkele vragen. Meer zouden kunnen  worden toegevoegd. De moeilijkheid is dat we in de Bijbel op verschillende plaatsen – en niet alleen in het Oude Testament – lezen: ,,Hoor, Israël de Here onze God is een ENIG Here!” (Deut. 6:4 / Markus 12:29). Het doet dan ook bijzonder vreemd aan geluiden te horen alsof God uit drie ,,personen” zou bestaan met eenzelfde gedachtepatroon, een zogenaamde drie-eenheid. Een nadere definitie wordt meestal niet gegeven. Men verbergt zich liever achter het begrip ,,mysterie” en doet er verder het zwijgen toe. Toch laat de Bijbel ons in deze dingen niet in het ongewisse, al lijkt het misschien hier en daar wat gecompliceerd. Een typische uitspraak vinden wij bijvoorbeeld in Matthéüs 11:27 met de woorden: ,,Alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader, ook kent niemand de Vader dan de Zoon en dien het de Zoon wil openbaren.” Niet gemakkelijk te begrijpen, tenzij wij enkele woorden veranderen. Zo zegt Joh. 1:14 dat het WOORD vlees is geworden; en Joh. 4:24 zegt dat God een GEEST is. Als we nu voor Zoon WOORD plaatsen en voor Vader GEEST, dan krijgen we het volgende: ,,Alle dingen zijn Mij overgegeven van de GEEST; en niemand kent het WOORD dan de GEEST; ook kent niemand de  GEEST dan het WOORD en dien het dat WOORD wil openbaren.” Het is waar dat niemand het Woord beter kent dan de Geest van God. En het is het Woord dat de Geest kent. Maar . . . het Woord heeft ook de mogelijkheid te openbaren Wie de GEEST is, door de GEEST. Het is dan ook niet nodig in het duister te blijven wat het KENNEN van God betreft en te weten wie Jezus is.

 

Duidelijk is dat Jezus een Verlosser zou zijn. Maar in Jesaja 43:11 lezen we dat JHWH zegt een Verlosser te zijn, en daaraan toevoegt dat er geen ander is dan Hij. Hier kan stellig geen sprake zijn van twee personen met eenzelfde functie. Maar hoe kan er dan toch maar één Verlosser zijn? Welnu, om dit uit te leggen dienen wij twee dingen in acht te nemen
  1. ,,Hoor Israël! JHWH onze God is één”, Markus  kus 12:29 (het eerste gebod).                                  
  2. ,,Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij is op Zijn schouder; en Hij zal zijn:   Wonderlijk, Raad, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. (Jesaja 9:5)
Hier wordt gesproken over een Zoon Die zou worden ,,geboren’, dus niet een eeuwige Zoon. Men doet voorkomen, dat een bestaande Zoon zich zou transformeren in een embryo, of . . .  toegeven dat God er een Zoon bij kreeg. De vraag dringt zich op: ,,Wat was Gods bedoeling om een Zoon te hebben?” Hier kunnen verschillende antwoorden op worden gegeven, zoals: ,,het tot stand brengen van een verzoening tussen Zichzelf en het mensdom”, of: ,,de mensen een kans te geven op het eeuwig leven”. Dit zou echter een groot probleem met zich meebrengen, want de Bijbel laat ons weten dat God ÉÉN is en onveranderlijk.  Er moest dus een betere reden zijn.  Welnu, wanneer we terug gaan naar Genesis, krijgen wij een  omschrijving van de Schepper, met de woorden: ,,en de Geest Gods zweefde op de wateren”. In Johannes 4:24 lezen we: ,,God is een Geest en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in Geest en waarheid”. In Jeremia 23:24 lezen wij dat deze Geest hemel en aarde vervult en in Leviticus 19:2 wordt ons voorgehouden dat deze Geest Heilig is. God is dus een Heilige Geest. Maar een geest kan men niet zien en daar hebben velen de conclusie aan verbonden dat God dus ook niet bestaat. De wind is trouwens ook niet zichtbaar, maar niemand twijfelt aan het bestaan ervan. Het was echter niet Gods bedoeling om ,,onzichtbaar” door de tijd te gaan. 
Daarom gaf Hij Zichzelf een ,,gestalte”, waarmee Hij ook met Adam door de hof van Eden kon wandelen. Ja, Adam leek zelfs als twee druppels water op deze Gestalte. De Bijbel noemt hem het evenbeeld van God. In Genesis 3:8 lezen we dat God Adam riep, wandelende in de koelte van de dag (een geest wandelt niet). De gestalte die God Zichzelf had gemaakt, had geen Vader, moeder of geslachtsregister. Abraham ontmoette Hem als Melchizedek in gezelschap van twee engelen (geen geesten) om de ondergang van Sodom en Gomorrah aan te kondigen. Hij zette hen eten en drinken voor en zij nuttigden dit voor zijn ogen. (Ook hier het bewijs dat het geen geesten waren, hoewel God Zijn engelen wel geesten kan maken, Psalm 104:4). Abraham was zich zeer wel bewust met Wie hij sprak toen hij zei: ,,Zal dan de Rechter der ganse aarde geen recht doen?” Het was volgens de Tenach JHWH Die naar beneden was gekomen, omdat het geroep van Sodom en Gomorrah tot Hem was opgeklommen. Deze vierletter Naam genoemd – bestond uit de initialen van de Allerhoogste. De betekenis daarvan zou duizenden jaren later pas relevant worden. Vandaar dat God door de profeet Ezechiël sprak dat Hij Zijn heilige Naam in het midden van Zijn volk Israël bekend zal maken (hoofdstuk 39:7). 
Het grote oordeel moet nog komen en Matthéüs 25:31   maakt duidelijk Wie de Rechter der ganse aarde zal zijn,  namelijk  Die Daniël (7:13) als eens Mensen  Zoon voor de Oude van dagen zag verschijnen, en toen in feite nog niet was geboren.  Deze gegevens maken het nog niet gemakkelijk een duidelijke lijn te zien in het grote geheel.  Waarom liet God Jesaja profeteren dat een MAAGD een ZOON zou baren en dat deze de Eeuwige Vader zou zijn? (Jesaja 7:14 en Jes. 9:5). En wat zou er met de gestalte gebeuren die Abraham bezocht en met Jacob worstelde? Vragen waar de Bijbel een antwoord op heeft. Misschien is het interessant te weten dat Adam en Eva niet als ,,sterfelijke” wezens waren geschapen. Ze werden pas sterfelijk toen ze van de verkeerde vrucht aten. ,,Ten dage als gij daarvan eet zult gij de dood sterven, cq. ,,sterfelijk” worden. De gestalte van God was niet sterfelijk en derhalve ,,onveranderlijk” (dat had met Adam ook het geval kunnen zijn). Omdat Gods gestalte ,,onveranderlijk” was, worstelde Jacob met dezelfde Gedaante Die bij Abraham had gegeten en gedronken. Ook Mozes zag hetzelfde uiterlijk, zij het dat hij de ,,gelijkenis” zag van JHWH (Numeri 12:10). (Een gelijkenis is iets dat of iemand die ergens op lijkt). 
En hierin schuilt het grote geheim. Via een nieuw en beter verbond dan de slachting van stieren en bokken (Jer. 31:31-33) wilde God een verzoening tot stand brengen. Niet alleen met Zijn volk Israël, maar ook met anderen, die Hem van nature niet zochten (Jesaja 65:1). Daar was ook een offer voor nodig; een offer met bloed van iemand die zelf niet had gezondigd, maar wel ,,sterfelijk” was. Welnu, zulke mensen zijn er niet. En omdat Gods gestalte ,,onsterfelijk was, kon Hij ook daar dus geen gebruik van maken. Vandaar dat er nog één mogelijkheid over was, namelijk Zichzelf een lichaam creëren met behulp van een vrouw, maar dan moest deze vrouw wel MAAGD zijn. Vandaar dus de profetie dat een ,,maagd” zwanger zou worden en een zoon baren. Niet een gewone zoon, maar IMMANUEL (God met ons). Wanneer Deze de profetieën – over de Messias en Verlosser geschreven – zou hebben vervuld en als een ,,Lam” ter slachting zou zijn geleid, zou Hij niet alleen het ,,offer van verzoening” zijn, maar tevens – als gestalte Gods – uit de dood verrijzen en de gestalte die Abraham, Jacob en Mozes gezien, VERVANGEN
Vandaar dat Mozes de  ,,gelijkenis” zag van wat in feite nog ,,GEBOREN” moest worden. Vandaar ook dat die Gestalten als twee druppels water op elkaar moesten gelijken, omdat Abraham anders een andere ,,Rechter der ganse aarde” had gezien dan Degene Die was voorbestemd ,,Rechter der ganse aarde” te zijn (Matthéüs 25:31). Datzelfde gold Mozes, die op de berg de ,,GELIJKENIS” zag van Hem Die hij later op de berg der verheerlijking zou ontmoeten. Welke tot Zijn discipelen had gezegd: ,,Die Mij heeft gezien, heeft de Vader  gezien.” Dat deze ,,geboren” en ,,gestorven” gestalte Rechter der ganse aarde zal zijn en na Zijn opstanding Onsterfelijk en Onveranderlijk was, heeft consequenties met de dag van het grote oordeel. Door de wonden in zijn handen en striemen op Zijn rug zal Hij kunnen aantonen bevoegd te zijn het mensdom te oordelen. Het zijn derhalve geen loze woorden in Zach. 12:10: ,, . . . zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij hebben doorstoken”, ook al heeft dit niet alleen met de periode van het grote oordeel te maken. Uit dit alles mag duidelijk worden waarom God een geboren gestalte wilde hebben. Hoewel Hij dat Kind – uit Mirjam cq. Maria geboren – ZOON noemde, was het duidelijk Zijn Eigen lichaam. Hij was er niet alleen Vader van, maar ook de Maker
Daarom sprak de Engel tot Maria: ,,DE HEILIGE GEEST zal over u komen en dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden (Lukas 1:35). Ook dit toont aan dat God een HEILIGE GEEST is. Daarin zien we tevens het onderscheid tussen God en mens. God is een Geest maar heeft een gestalte. Een mens is een gestalte en heeft een geest. Hetzelfde zou men van de duivel kunnen zeggen, omdat mensen die hem – na het grote oordeel – in de hel zullen aantreffen, zich verbaasd zullen afvragen: ,,Is dit de man die de aarde beroerde, die de koninkrijken deed beven? (Jesaja 14-16). Deze geringschattende constatering maakt tevens duidelijk dat hij – in zijn hoedanigheid als leidinggevende cherub – kansloos was zich met God te meten of zich boven Hem te verheffen. Zeker, hij was één van de hoogste cherubs en heeft in zijn val het derde deel der engelen meegesleept, maar hij is eerder te vergelijken met een terrorist dan met een grootmacht; een storend en brutaal element die alles op alles zet om zoveel mogelijk mensen in het verderf te storten. 
Voor God geldt een andere maatstaf. Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze, maar veeleer dat deze zich bekeert en leeft. Vandaar de geboorte van de Baby in Bethlehem, vóór de grondlegging der wereld reeds voorbestemd om als Lam ter slachting te worden geleid om een eenmalige verzoening te doen voor de gehele mensheid. Zijn LICHAAM zou ook een TEMPEL zijn. Een Tempel waarvan Maleachi 3:1 zegt: ,,en snel zal tot Zijn Tempel komen Die Here Die gijlieden zoekt . . .” Johannes zag dit voor zijn ogen gebeuren toen hij de Geest zag neerdalen, zoals een duif neerstrijkt. Werd een priester op dertigjarige leeftijd gezalfd met olie, hier vond op dertigjarige leeftijd een zalving plaats van de GODDELIJKE GEEST (vandaar de uitdrukking Gezalfde ofwel Messias). Tegelijk met dit gebeuren klonk een stem uit de hemel, welke sprak: ,,Deze is Mijn Zoon DAWIED (David = Geliefde) in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb.” In Hoséa 3:4-5 lezen we dat de kinderen Israëls vele dagen (beter uitgedrukt in: eeuwen) zullen zitten zonder koning, zonder vorst, zonder offer en zonder efod en terafim. Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren en zoeken JHWH hun God en David hun Koning (Israël kent maar één Koning) en zij zullen vrezende komen tot JHWH en tot Zijn goedheid in het laatste der dagen. In de Evangeliën lezen wij herhaaldelijk van ,,Zoon” en ,,Vader”. En hoewel de profeet zegt dat de Zoon ook EEUWIGE VADER zou zijn, lezen we in Matthéüs 18:10 dat de Zoon zegt: ,,Want Ik zeg ulieden dat hun engelen in de hemelen altijd zien het AANGEZICHT Mijns VADERS Die in de hemelen is.” Iemand Die Zelf die Vader is en ook nog al de volheid der Godheid in Zich zou hebben, hoeft niet te bidden of Hem zo mogelijk de drinkbeker kan voorbijgaan. Hoeft ook niet te bidden: ,,Vader vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen” (Lukas 23:34). Toch zegt Hij: ,,Die MIJ heeft gezien, heeft de VADER gezien” (Joh. 14:10). De wonderen die Hij deed waren niet die van een mens. Hij wandelde zelfs op het water, zoals dat exclusief was voorbehouden aan de SCHEPPER  (Job 9:8). 
Het lijkt tot dusver een en al tegenspraak wat we lezen. Geen wonder dat de apostel in 1 Tim. 3:16 zegt: ,,En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot . . .” En een VERBORGENHEID is het, omdat de grote verandering pas plaatsvond bij Zijn dood en opstanding. Het verwijt aan de Emmaüsgangers dat ze traag waren in het geloven van hetgeen de profeten over Hem hadden gesproken, kwam misschien hard aan, maar toen Hij aan het kruis had gezegd: ,,Het is volbracht”, waren ook werkelijk alle Schriften omtrent Hem vervuld en kon Hij het heilige der Heiligen (in de hemel) binnen gaan, waar Hem het grootste wachtte dat ooit iemand zou kunnen krijgen, maar daarover zo meteen meer. Toen Hij stierf eindigde Zijn Zoonschap. Toen Hij opstond van de dood, stond Hij op als een Ander. Niet langer de Man van Israël, maar vrij om een nieuwe bruid te zoeken (Rom. 7:4). Omdat Israël zèlf de oorzaak van de terechtstelling was (althans de leiders van het volk), werd zij in smaad ‘weduwe’ (Jesaja 54:4). Daarmee zien we tevens heel duidelijk dat het lichaam van de Zoon, Gods Eigen lichaam was en daarmee Zijn Gemeente verkreeg door Zijn Eigen Bloed zoals we lezen in Hand. 20:28 St.vert. Dat verklaart ook dat aan de nieuwe bruid mensen konden worden toegevoegd die van deze stal (Israël) niet zijn. Anders was het een vorm van ,,overspel”. Op de dag van Zijn opstanding gebeurde er iets heel merkwaardigs. Maria Magdalena herkende Hem toen ze bij het graf stond. Dit was voor haar zoiets geweldigs dat ze waarschijnlijk haar handen uitstrekte om Hem te omhelzen of aan Zijn voeten te vallen. Maar de Heer stond haar niet toe Hem aan te raken, met de woorden: ,,Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders en zeg hen: Ik vaar op tot Mijn Vader en uw Vader en tot Mijn God en uw God.” (Joh. 20:17). Dit klinkt vreemd, temeer daar Hij op de avond van dezelfde dag te midden van Zijn discipelen stond en min of meer aandrong Hem juist wèl aan te raken, met de woorden: ,, . . . tast Mij aan, en zie; want een geest heeft geen  vlees en benen gelijk gij ziet dat Ik heb.” (Lukas 24:39). Dit geeft ons tevens een indicatie hoe een opstandinglichaam eruit ziet. In tegenstelling tot met wat er met Adam en Eva gebeurde – die van onsterfelijke wezens ,,sterfelijk” werden – wordt een opstandinglichaam ,,onsterfelijk”, maar blijft dezelfde gedaante behouden, zij het zonder handicap of ziekte.
WAT was er die dag gebeurd?

Daniël had het duidelijk in een visioen gezien en zijn geest was doorstoken in het midden van zijn lichaam. Waarom? Wel, Daniël geloofde in één God, maar wat hij zag was zo vreemd, dat hij zijn ogen moeilijk kon geloven (Dan. 7:13-15). Hij zag          ’s nachts in een visioen Eén met de wolken des hemels komen als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de OUDE VAN DAGEN (beiden met hetzelfde uiterlijk – zie Dan. 7:9 en Openbaring 1:13-14). En Hem werd gegeven heerschappij en eer en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen zouden eren; Zijn heerschappij is een EEUWIGE HEERSCHAPPIJ, die niet zal vergaan, en Zijn Koninkrijk zal niet worden verdorven.” Die OUDE VAN DAGEN was in 4000 jaar tijd niet veranderd, sinds Hij wandelde met Adam, sprak met Abraham en worstelde met Jacob. Wat Daniël zag was eigenlijk een soort ceremonie. Hij zag hoe de Oude van dagen Zijn totale macht overdroeg aan Hem Die voor Hem stond. Al de volheid der Godheid, het gehele hemelse Koninkrijk. Een bijzondere rede werd uitgesproken toen de Oude van dagen Zich richtte tot de Zoon met de woorden: ,,Uw troon o God is in alle eeuwigheid; de scepter Uws Koninkrijks is een rechte scepter. Gij heb rechtvaardigheid liefgehad en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God (Gekruisigde) Uw God (Oude van dagen) gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten.” (Hebr. 1:8-13). In vs 10 gaat de Oude van dagen verder met zijn toespraak tot de Zoon: ,,Gij Here hebt in de beginne de aarde gegrond en de hemelen zijn werken Uwer handen. Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd en zij zullen als een kleed verouden. En als een dekkleed zult Gij ze ineen rollen en zij zullen worden veranderd; maar Gij zijt Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden. Hier was het dat de Oude van dagen Zich geheel ontledigde en ALLE MACHT in HEMEL en op AARDE overhevelde naar Hem Die alle Schriften had vervuld

Er bleef voor de tijdelijke gestalte dan ook geen reden over nog langer in die hoedanigheid te bestaan en vernietigde Zichzelf, zoals wij kunnen lezen in Filip-penzen 2:7 (Statenvertaling). Vandaar dat de Gekruisigde Zich door Thomas liet aanspreken als: mijn Heer en mijn God (Joh. 20:28) en veertig dagen na Zijn opstanding de legendarische woorden uitsprak: ,,Mij is gegeven ALLE macht in hemel en op aarde”. Met andere woorden: Ik ben de Almachtige. Ik was Gods ,,Rechterhand, maar ben nu de Eeuwige Vader, de Sterke God die hemel en aarde heeft gemaakt. Mijn gelijkenis is verdwenen. Ik ben uw God voor altijd. Tweeduizend jaar na Mijn kruisiging ben Ik de OUDE VAN DAGEN Die de wereld zal oordelen. Ik ben dood geweest, maar zal leven in eeuwigheid. Ik zal een eerlijk Rechter zijn, omdat Ik ook als mens heb geleefd, ongerechtigheid heb gezien en de vijandschap van de wereld heb ondervonden. Jezus WAS de Zoon van God in het vlees, maar is nu de Eeuwige Vader en dat voor al bijna 2000 jaar. Toch heb-ben de mensen Hem niet gekend, zo min als Zijn Eigen volk Isra-ël. Toen de Here op de berg der verheerlijking was en Mozes en Elia Hem verschenen, zag Mozes dezelfde verschijning, hetzelfde uiterlijk dat hij eerder had gezien toen hij de stenen tafelen in ontvangst nam. De eerste keer zag hij de Gelijkenis van God. Nu – samen met Elia – zag hij de eeuwige God. Degene Die met al de heiligen nieuwe wijn zal drinken in Zijn Koninkrijk. Zijn Naam is als eerste letter ondergebracht in het tetragrammaton (J = Jeshua). Op een bord of plank (die de paal het aanzien gaf van een kruis) schreef Pilatus in drie talen de volgende aanklacht, die wij in het Hebreeuws citeren: Jeshua Hanezri Wemelech Hajehudim (Jezus de *NaZaRener en Koning der Joden).    

Het had eigenlijk moeten zijn: Jeshua Hamasjiach Wemelech Hajehudim (Jezus de Messias en Koning der Joden). Want dit was de NAAM die God aan Israël wilde bekendmaken (Ezechiël 39:7 / Joh 17:6 en 26 St.vert.) (*NZR = Rijsje).

In Jesaja 42:8 zegt God: ,,Ik ben JHWH, dat is Mijn Naam en Mijn eer zal ik geen anderen geven.” (‘Rijsje’ zie Jes. 11:1). Het is belangrijk de structuur van deze Naam te kennen, omdat het anders gemakkelijk tot verwarring leidt. Als de Naam JHWH niet ten nauwste aan de Naam Jezus was verbonden, zou het op z’n minst vreemd aandoen te lezen dat er onder de hemel geen An-dere Naam is gegeven waardoor wij zalig moeten worden (Hand. 4:12). Het zal bij velen misschien als een verrassing overkomen dat de Naam Jeshua in de Tenach (Oude Testament) minstens 50 maal voor komt. Sterker nog, als Naam van God. In Psalm 68:20 (St.vert.) lezen we: ,,Die God is onze Zaligheid (Heil). In de Tenach lezen we: God Jeshua (Jezus). Als we bedenken dat vrijwel alle joodse namen vroeger een betekenis hadden, is er geen twijfel mogelijk dat hier zowel de hoedanigheid als de Naam van God wordt uitgedrukt. Dus de Naam van God – als Vader – was altijd al Jeshua. Er was derhalve, toen de Zoon geboren werd, geen uitnemender Naam te erven dan deze Naam, temeer daar Hij – op Zijn beurt – weer was voorbestemd de Sterke God en Eeuwige Vader te zijn. Een beetje gecompliceerd misschien, maar leest u verder. Het is niet moeilijk te ontdekken waar de J van Jeshua een plaats vindt in het tetragrammaton. Deze duidt Gods Naam aan. De andere drie letters duiden op de hoedanigheid van deze God: Messias en Koning der Joden. Jesaja profeteerde over wat op de dag van Pinksteren in vervulling zou gaan: ,,Ik ben zeer vrolijk in JHWH, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des Heils (Jeshua), de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan. (Jesaja 61:10). Het was op de dag van Pinksteren voor de eerste keer dat dit in vervulling ging, want toen de mensen aan Petrus en de anderen vroegen wat ze moesten doen om behouden te worden, kregen zij als antwoord: ,,Bekeert u en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jeshua Hamasjiach tot vergeving der zonden. (Anders gezegd: ,,in het Gezalfde Heil”. Want zovelen als er in Christus Jezus zijn gedoopt, heb-ben zich met Christus ,,bekleed”. (Galaten 3:27). Hoe nodig het is bekleed te zijn, kunt u lezen in Matthéüs 22:1-14. Maar dat is niet het enige aspect van de doop. Wij krijgen deel aan Zijn offer (bloed); worden begraven met Hem; komen in Zijn familie en nemen derhalve Zijn (familie) Naam aan; worden opnieuw geboren, want we komen uit het water, (zoals ook een baby voortkomt uit het (vrucht)water bij een natuurlijke geboorte. (Nicodémus had er moeite mee achter dit simpele geheim te komen). En dit brengt ons dan tot de laatste essentiële punten met betrekking tot Matth. 28:16-20, waar wij lezen van de laatste visuele ontmoeting tussen de Heer en Zijn discipelen. Sommige van Zijn discipelen aanbaden Hem (en Hij verbood het niet); anderen twijfelden. Maar omdat de tijd was aangebroken dat ze mochten weten wie Hij was, sprak Hij de bekende woorden: ,,Mij is gegeven ALLE macht in hemel èn op aarde.” M.a.w.: Ik ben Degene Die alles bestuurt, Die altijd zal bestaan, de Koning in alle eeuwigheid. Ik ben de Eeuwige Vader, uw Vader. Voel vrij Mij te aanbidden, want Ik ben de enige Die uw gebeden kan beantwoorden. Bid in Mijn Naam en Ik zal antwoorden. Doop in Mijn Naam en uw zonden zullen worden uitgewistLukas 24:47,,Ga heen, onderwijs alle volken, lerende hen onderhouden alles wat Ik u heb geboden. En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.” (Matth. 28:19-20). In dit laatste ontbreekt iets, zoals u zult hebben opgemerkt. Dat ,,iets” komt in de oudste geschriften niet voor en is waarschijnlijk pas in 325 na Chr., via het concilie van Nicea, ingevoegd*. De apostelen doopten niet voor niets in de Naam van Jeshua, zoals u kunt lezen in Hand. 2:38, Hand. 8:16, Hand. 10:48 en Hand. 19:5. Zij doopten ook niet voor de doden, maar mensen die zich hadden bekeerd. Zij wisten dat er slechts drie getuigden: de Geest, het water en het bloed (1 Joh. 5:7-8; de rest is toegevoegd vanuit de Latijnse Vulgata). De apostel Paulus was zich in Rom. 9:5 heel duidelijk bewust dat de Messias God is, boven allen te prijzen. En dat deze God Zijn ALMacht met niemand hoeft te delen of terug te geven. Bovendien is het ondenkbaar dat je kunt geloven dat Iemand Die ALLE Macht heeft zou leven om te bidden tot Iemand Die nog méér macht heeft. M.a.w. er is in de brieven van de apostelen geknoeid. Men heeft op concilies niet geschroomd de oorspronkelijke leer: ,,Hoor Israël! JHWH onze God is één om te vormen tot een drie-eenheidleer, waarbij de Godheid zou bestaan uit drie personen met dezelfde gedachten en intenties. Daarmee zijn heel veel mensen misleid en op een dwaalspoor gebracht, ja afgehouden van wat zij in feite zou-den moeten doen om behouden te worden. Jeshua is niet meer de Baby van Bethlehem, niet meer Degene Die aan het kruis hangt, maar Hij is de Almachtige, tevens Rechter der ganse aarde. En we zullen met Hem en Zijn verlangens rekening dienen te houden als wij onze ziel in veiligheid willen stellen.  

Voor
meer informatie verwijzen wij u naar onze website

www.evangeliedeweg.nl                                                                                                                                                                                       

 

 

 

Lees daarover de brochure van wijlen Prof. Dr. David Flusser, te vinden in de map Brochures op onze website

P.S.: Wist u waarom de ,,Gouden Poort” – die uitziet op het oosten – geen deuren meer bevat? U kunt het lezen in Ezech. 44:2 met de woorden: ,, . . .  omdat  JHWH, de God Israëls door dezelve is ingegaan; daarom zal zij toegesloten zijn.” Hoe ging Hij daardoor? Lees het in Zach. 9:9: ,, . . . rijdende op een ezel.

Sultan Süleymaniye van Turkije heeft deze poort omstreeks 1536 laten dichtmetselen, zestien jaar nadat de bekende Nederlandse kunstschilder Jan van Scorel Jeruzalem in beeld had gebracht, waarbij de midden pilaar nog duidelijk zichtbaar was. (Wie er prijs op stelt dit waardevolle drieluik te bezichtigen, kan terecht in het Centraal Museum in Utrecht.)

P.S.: Wist u  dat er een profetie is  (die nog moet plaatsvinden) dat de Eeuwen Oude Deuren weer zullen worden teruggehangen in de ,,Gouden Poort”  en dat de HERE, nadat Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg, weer door die  ,,Gouden Poort” zal gaan? Dit leest u in Psalm  24:7-10 :  Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij EEUWIGE DEUREN, opdat de Koning der ere inga! Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd. Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga! wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE (JHWH) der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela.

Zoals JHWH, de GOD Israëls destijds door die ,,Gouden Poort” inging,  zo zal dit straks weer gebeuren op  dezelfde manier, nadat Zijn voeten zullen staan  op de Olijfberg.

Fragment uit Rapport van Pilatus aan keizer Tiberius

. . . Op zekere dag, toen ik langs de plaats Siloam kwam, waar een grote toeloop van mensen was, merkte ik temidden van de schare een jonge man op, die – leunend tegen een boom – zich kalm tot de menigte richtte. Mij werd gezegd dat het Jezus was. Dit had ik gemakkelijk kunnen vermoeden, zó groot was het verschil tussen hem en hen die naar hem luisterden. Zijn goudgekleurde haar en baard gaven zijn verschijning een hemels aanzien. Hij leek ongeveer dertig jaar oud te zijn. Nooit heb ik een bevalliger of vrediger voorkomen gezien. Welk een contrast tussen hem en zijn toehoorders met hun zwarte baarden en tanige gelaatskleur!

,,Hem door mijn aanwezigheid liever niet willende storen, vervolgde ik mijn wandeling, maar beduidde mijn secretaris zich bij de schare te voegen en te luisteren. De naam van mijn secretaris is Manlius. hij is een kleinzoon van de overste van de samenzweerders die, wachtend op Cataline, in Eturia verbleven. Manlius was reeds lange tijd inwoner van Judea en is wel vertrouwd met de Hebreeuwse taal. Hij was mij toegewijd en mijn vertrouwen waardig. Toen ik de ambtswoning betrad, vond ik Manlius, die mij de woorden verhaalde die Jezus bij Siloam had gesproken. Nooit heb ik in de werken van filosofen iets gelezen dat vergeleken kan worden met de waarheidsgetrouwe uitspraken van Jezus. Een van de rebellerende Joden, die Jeruzalem zo rijk is, vroeg Jezus of het wettig was de Keizer schatting te betalen. Hij antwoordde hem: ,,Geef dan de Keizer, wat des Keizers is en Gode, dat Gods is,” ofwel: ,,Geef de Keizer wat de Keizer toebehoort en aan God de dingen, die God toebehoren”.

Je kunt de volledige versie vinden en lezen                                                                                  in de map Brochures op onze website

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

[leading]Evangelie de Weg verkondigt het woord van de Levende God[/leading]

Evangelie De Weg vindt haar grondslag in Handelingen 2:38 (Statenvertaling). Bekering, doop in de Naam van Jezus de Messias tot vergeving der zonden en de gave van de Heilige Geest met als hoorbaar teken, het spreken in andere talen zoals de Geest geeft uit te spreken. Vervolgens het eerste gebod in het Hebreeuws: Sjema Jisraeel JHWH Elohenoe JHWH Echad en met de Nederlandse vertaling: Hoor Israël! JHWH onze God, JHWH is ÉÉN!